Het Zilver

In de loop van het tijd is veel gildezilver verworden. Dat zijn zilveren schilden met inscriptie van tekeningen en letters. Het oudste bezit de koningsvogel hangt aan een gesmede zilveren keten om de hals van de koning, welke op de borst bijeengehouden wordt door een medaillon. In keten en medaillon zijn figuren gedreven. Het zijn bewijzen van de band tussen gilde en de broeders. Het medaillon is in 1979 geschonken en de keten 1981. Op de achterkant van de schakels zijn de namen van de schenkers vermeld. Bij zijn inhuldiging moet de gildekoning beloven bij zijn aftreden het gilde te “vereren”een een zilveren schild, dat een plaats krijgt op een vest, dat door de regerende koning wordt meegedragen. In verband met het grote aantal worden alleen de laatste koningsschilden op het vest bevestigd. De oudste schilden worden in verband met hun broosheid in een kluis bewaard en zijn museumstukken. Het oudste schild is in 1722 geschonken door koning Benedictus van den Berg, het jongste door Piet en Maria Opheij, koning en koningin van 2002 – 2004.Bij gildejubilea, einde van het gildebroedersschap en bij bijzondere gelegenheden, bezoeken, e.d. worden zilveren schilden, maar ook attributen zoals een kapiteinsstok, geschonken om op deze te blijven herinnerd worden aan dat bepaalde feit.Bij wedstrijden op gildefeesten wordt als prijs meestal een zilveren schild gegeven. Voor alle schilden is geen plaats op de 8 vesten, welke doorgaans worden meegedragen. Zij worden bewaard in een kluis.