De Koningsketen

Ieder gilde en zelfs schietverenigingen kennen de titel van koning. Een koning is dan degene, die de “vogel” geschoten heeft. Dat betekent meestal, dat hij het laatste restje hout of gips van de spil, waarop de vogel bevestigd is, heeft afgeschoten. Het koningsschap heeft bij gilden een grote betekenis, want hij of zij is de belangrijkste persoon van het gilde gedurende de tijd, dat hij/zij koning is. Een gilde zonder koning bestaat eigenlijk niet. Zonder de aanwezigheid van de koning kan het gilde niet optrekken, niet deelnemen aan activiteiten. Het koningsschap heeft veel aanzien. Zo zal geen Gildebroeder het wagen om voor de koning het gildehuis te betreden als daar na een activiteit terugkeert. Gildebroeders zijn daarop zeer kien, want de straf daarop is het geven van een rondje aan de gehele groep.

Koningsketen

TEKENEN VAN DE WAARDIGHEID
Gildebroeders weten wie het koningsschap vervult, maar hoe ziet een buitenstaander wie koning is? Een koning draagt als de koningsvogel of de papegaai. Deze is van zilver gemaakt. Omdat gilden zeer oud zijn, sommigen al meer dan zeven eeuwen, zijn dit waardevolle attributen en daarom is men er zuinig op. Een koning draagt bij sommige gilden zelfs een zilveren kroon, zoals bij het Dionysiusgilde in Tilburg en het O.L.Vrouwegilde uit Elshout. Er bestaan ook gilden die de koning omhangen met een sjerp met het opschrift koning. Een koningsvogel hangt aan een ketting of soms aan een speciaal gemaakte keten om de hals. In veel gevallen zijn dit staaltjes van zilversmeden. In het verleden traden de gilden niet zoveel naar buiten op. Daarom hingen de koningsschilden als een krans om de hals met daaronder de koningsvogel. Het is duidelijk dat door het schuren van de schilden over elkaar dikwijls veel schade aan de fraai uitgevoerde schilden ontstond. Daarom is later gekozen voor een vest, waarop een aantal schilden zijn bevestigd. In ons geval zijn dit de jongste schilden en worden de oudste uit de 18e en 19e eeuw als museumstuk bewaard en af en toe tentoongesteld.

koningspaar

Koning en koningin dragen de ketens tijdens een officieel optreden van het gilde

VOGEL
De koningsvogel is het oudste attribuut van het gilde. Op de achterzijde staat gegraveerd: “Desen Vogel Heft Den Maken, Geraert van Wijnboom, coninck, ende vereert aende Gulde van S.Antonius ende S.Sebastiaan, 1657, in plaets van accoert”. Daaronder staan de initialen “G.A.W”. Het is welhaast zeker, dat er ook voor die tijd een koningsvogel is geweest, maar niets van voor het jaar 1657 is bekend. In die tijd was het gebruikelijk, dat archieven en waardevolle voorwerpen in de “dorpscomme” werden bewaard. Deze stond op het ”oksaal” van de kerk. Het is bekend, dat de kerk van 1648 tot 1662 in bezit is geweest van de protestanten. Veel kostbaar vaatwerk en kazuifels zijn in die tijd verdwenen. Ofschoon er een proces-verbaal uit 1649 bekend is, dat de voorwerpen zijn teruggekeerd in Gemert is niet bekend waar ze gebleven zijn. In veel plaatsen werden de gildeattributen bij particulieren bewaard en zijn op deze wijze aan roof ontsnapt.
Hoe het ook zij, met een koningsvogel uit 1657, is het gilde heel erg blij.

KETEN
Vanaf de herinvoering van het tweejaarlijks koningschieten in 1964 hing de koningsvogel aan een zilveren ketting om de hals. Jan van de Laar, in 1979 vijftig Gildebroeder, schonk uit erkentelijkheid aan het gilde een zilveren medaillon, vervaardigd door Atelier Nol Coopmans uit Eindhoven. Daarop zijn de beide patroonheiligen, Antonius en Sebastianus, afgebeeld. In de rand is de naam van het gilde, toen nog “Gilde van Sint Antonius en Sebastiaan”gegraveerd. Op de achterzijde staat de naam van de schenker Jan van de Laar. In het jaarverslag, waarin de schenking is vermeld, staat geschreven “Deze schenking maakte het nodig om een nieuwe koningsketen te laten vervaardigen en het zilver opnieuw te schakelen”. Zo blijkt weer eens, dat iets nieuw wel eens grote gevolgen heeft.
In 1980 werden plannen gemaakt voor een koningsketen. Diverse besprekingen werden gevoerd met ontwerpers en hun producten gekeurd. Gekozen werd voor een ontwerp van opnieuw Atelier Nol Coopmans. Alle voorbereidingen waren getroffen, op één na, de financiering van het project, dat naar schatting f. 5.200,- kostte, maar in werkelijkheid f. 5.478,24 bedroeg. De beslissing werd aan de optrekdagvergadering, te houden op 24 januari 1981, gelaten.
Op die vergadering deed voorzitter Jaspers het voorstel om een koningsketen te laten maken en deze te hechten aan het medaillon, waaronder de koningsvogel zou hangen.
Wat als een moeilijke beslissing werd gezien werd tot een spontane uiting van trouw en liefde aan het gilde. In tien minuten tijd meldden zich 23 schenkers van een schakel, waarvoor een bedrag van f. 250,- werd gevraagd. Vier schenkers verklaarden zich bereid hun bijdrage te schenken voor de aanmaak van een koninginneketen. Zij dachten als de koning een prachtige keten dan mag zo’n keten voor de koningin niet achterblijven. De aanzet hiervoor was gemaakt en daaruit vloeide eigenlijk het besluit voort om ook hiervoor een besluit te nemen.
De schenkers van een schakel waren: Fam.P.Lathouwers, F.L.E.M. van Thiel en Hein M.A.C.de Wit, eredekenen, Jan, Toon en Theo van Asseldonk, Michaël Penninx, J.M. v.d. Berg en L.J. van Dommelen, Fam. Krol-Jaspers, Harrie, Marinus en Henk Kanters, H.C. de Koning, Kinderen Jan v.d.Laar, Antoon, Theo en Harrie van den Elsen, Jan Geene, Gebrs. Jaspers, Noud, Piet en Antoon Brouwers, Kinderen Jan v.d.Elsen, Handel, Adriaan Jz. En Jwzn. Van Zeeland, J.W. van Zeeland, Drs. A.L.Heldens, burgemeester, Jan en Diny Penninx. Twee van de schenkers trokken zich terug.
Voor de koninginneketen schonken: Lau en Corrie Huijbers, Ad Kruijssen sr. en jr., Peter en Carla LIndner en Jo en Leny van Schalen.
De namen van de schenkers werden op de achterzijde van de schakels gegraveerd, zodat nieuwe leden zich steeds aan hun schenking zouden herinneren.